Het Zwitserse Samnauntal, vlak bij de grens met Oostenrijk, en niet ver van
de Italiaanse grens ligt tussen de 1700 en 1846 meter boven de zeespiegel,
telt 740 inwoners en heeft accomodatie voor 2500 toeristen.

    
De skiliften reiken tot op 2864 meter.
De hoofdplaats van het dal, het stadje Samnaun zelf ligt zo'n 995 km van
Knokke (B), 985 km van Middelburg (NL), 1055 km van De Panne (B), 1065 km
van Amsterdam (NL), 905 km van Antwerpen (B), 1090 km van Leeuwarden (NL),
960 km van Gent (B), 1030 km van Utrecht (NL), 920 km van Brussel (B), 960
km van Breda (NL), 815 km van Genk (B) en 800 km van Maastricht (NL).

    
In het afgelegen Samnauntal, alleen via een smalle weg rechtstreeks vanuit
het Unterengadin te bereiken, weidden oorspronkelijk de Engadiners hun vee.
Pas later stichtte men er wat permanente nederzettingen, dorpen die
Retoromaanse namen kregen en de omringende bergen Retoromaanse namen gaven
zoals "Munt" voor het Duitse "Berg" en "Pra" voor "Wiese".

    
Vanwege de afgelegen ligging richtten de bewoners van het Samnauntal zich echter op
Tirol en behoort hun taal nu tot het Zuid-Beierse dialect, al zijn er nog
steeds Retoromaanse woorden en uitdrukkingen in opgenomen.
De gerichtheid op Tirol wordt ook duidelijk uit het samenwerkingsverband dat Samnaun 's
winters heeft met Ischgl in Tirol, het gebied wordt als één groot skigebied
"Skiarena Samnaun/Ischgl" aangeprezen en behandeld.

In drie opzichten wordt het Samnauntal aangeprezen als een paradijs:
een paradijs voor de skiër, voor de wandelaar en voor de koopjesjager.

     

Om met het laatste te beginnen, wel het belangrijkste voor dit dal: het
Samnauntal is een belastingvrije zone, hetgeen wil zeggen dat je er goedkoop
terecht kan voor alcoholische dranken, tabaksartikelen, parfums en benzine.
De Zwitserse Bondsraad stemde in 1892 toe met de bijzondere status van
Samnaun als invoerrecht vrije zone, zodat het Samnauntal niet volledig van
de wereld afgesloten zou blijven. Dit privillege geldt tegenwoordig nog
steeds en vult daardoor aardig het gastenbestand van het afgelegen dal in het Unterengadin.
Tot aan 1912 was het dal enkel bereikbaar vanuit Tirol. Het is ook het enige
gebied van het Unterengadin waar Tiroler-Duits wordt gesproken en de bevolking rooms-katholiek is gebleven.

   
Wij bezochten de belastingvrije zone vanuit Oostenrijk, en betaalden in euro, hier wordt niet meer voor aangerekend.
Elders in Zwitserland is het wel anders, daar rekenen ze tot 25% meer voor de omzetting van euro naar
Zwitserse frank, dat is wel flink aan het haar getrokken zou ik zo zeggen.
In 1912 kwam de verbinding met het gehucht Vinadi tot stand.
Voor het huidige verkeer is dit eigenlijk een te smalle weg.
De weg voert tevens door een aantal zeer smalle tunnels.
De weg van Oostenrijkse zijde van Pfunds via Spiss, is een stuk beter en breder.
Vanaf Vinadi over een nogal moeizaam stijgende weg door het duistere Spissertal, bereikt u dan als eerste
nederzetting in het dal Compatsch. Daar opent het dal zich met zijn weiden en lariksbossen.
Het is een fraai dal omgeven door drieduizenders, waarvan de Muttler (3294 meter) in het zuiden de bekendse is.
Achtereenvolgens komt u door de dorpjes Laret, Plan en Ravaisch om tenslotte in Samnaun op 1846
meter hoogte het eindpunt te bereiken.
Samnaun zelf en eigenlijk wel het
gehele dal is wel heel erg druk bezocht vanwege de taksvrije produkten natuurlijk.
Net al dat verkeer door het dal ontsiert het anders wel mooie dal, nogal vrees ik.
Het contrast met de tijd voor 1912 moet wel erg groot zijn.

Wil je meer info over deze streek of andere, stel dan je vraag op het ALPENFORUM
------------------------------------------------------------------------